Artikel

 

‚Soms moet je het tegenovergestelde denken van wat logisch lijkt‘

Ze begon haar zangcarrière met haar grote liefde Mozart. Maar met Meyerbeer wist de sopraan Diana Damrau: dit is een must. Wie is de man die haar zo raakt?Diana Damrau heeft een band met Amsterdam. Toch stond de Duitse sopraan maar één keer op een Nederlands podium, drie jaar geleden in het Concertgebouw. ‚Geraffineerd als een goede filmacteur zuigt ze je mee naar wanhoop, verlatenheid, woede‘, schreef de Volkskrant. De recensenten overlaadden haar met sterren. Maar ook dat is niet de reden dat ze houdt van Amsterdam.

‚Alexander, mijn oudste zoon, is er geboren‘, verklaart Damrau (46). ‚Mijn man zong zes jaar geleden in Roméo et Juliette bij De Nationale Opera. Ik was zwanger en reisde met hem mee. Ik had me voorgenomen: waar hij zingt, wordt de baby geboren. Het belangrijkste is dat je dan als familie bij elkaar bent. Het werd dus Amsterdam. In die periode heb ik de stad op een heel relaxte manier leren kennen.‘

Damrau is getrouwd met de Franse bas-bariton Nicolas Testé (47) en treedt geregeld met hem op. Vier jaar geleden werd hun tweede zoon Colyn geboren. Het huiselijk leven van het gezin speelt zich af in de nabijheid van ’s werelds grote operahuizen. Bij wijze van uitzondering komt niet de hele familie mee wanneer ze op 14 september in Amsterdam het seizoen aftrapt voor het Concertgebouworkest tijdens de jaarlijkse Opening Night. Gewoonlijk reist ze als een muziekzigeuner over de wereld, met man, twee zoontjes en andere familieleden. Dezer dagen breekt haar manager zich het hoofd over alle visa die hij moet regelen voor een Aziëreis in het najaar.

‚De jongens krijgen les onderweg‘, zegt Damrau. ‚We letten erop dat ze veel contact hebben met andere kinderen, op sportclubs bijvoorbeeld. Alexander begint binnenkort met pianolessen, ook als we onderweg zijn.‘ En wat zingt ze voor het slapen gaan, het wiegelied van Brahms? Lachend: ‚Ze hebben nu een Michael Jacksonfase – de hele dag zingen we Thriller en Beat It. De moonwalk deed ik als tiener al met m’n vriendinnen.‘

Photo: Janosch Abel

U had, in tegenstelling tot de meeste tieners, meer interesse in klassiek dan in pop. Waarom?
‚Een film. Ik was als kind altijd aan het zingen, dansen en acteren, maar daar deed ik verder niets mee. Op mijn 12de zag ik de film La Traviata van Franco Zeffirelli met sopraan Teresa Stratas en tenor Plácido Domingo in hoofdrollen. Wat de film The Red Shoes is voor veel dansers, was La Traviata voor mij: een inspiratie. Wat een gesamtkunstwerk. Ik moest ervan huilen: dat mensen zoiets moois kunnen maken. Ik dacht: o hemel, geef me talent. Dit wil ik! Ik wil klassiek leren zingen.‘

Komt u uit een muzikale familie?
‚Nee, hoewel een neef van mijn grootvader tenor was. Ik zat als tiener in een bandje. We zongen Smoke on the Water van Deep Purple. Kun je je dat voorstellen met mijn stem? Het was voor de lol, we traden nooit op. Ik ben ook niet opgegroeid met ballet of met prinsessenjurken. Als kind speelde ik liever een gemene stiefmoeder.‘

U schitterde vaak in Mozarts opera Die Zauberflöte, als Koningin van de Nacht. Dat personage komt in de buurt van een boze stiefmoeder.
‚Dat komt in de richting ja, maar ik doe die rol niet meer. Ik heb hem gezongen in vijftien verschillende producties en ik hoef het wereldrecord Koningin van de Nacht niet zo nodig te verbeteren. De Koningin vraagt veel tijd. Als ik die rol zing, kan ik daarnaast niet repeteren voor andere opera’s. Ik wil me concentreren op rollen die nog meer inspanning vragen, zoals Lucia di Lammermoor of Violetta in La Traviata.‘

Toch zingt u veel Mozart, ook nu in Amsterdam bijvoorbeeld. Wat spreekt u in hem aan?
‚Mozart is… Mozart is eigenlijk alles. Je hebt er de grootst mogelijke concentratie voor nodig en je moet helemaal op je gemak zijn. Bij hem kun je namelijk niet smokkelen. Als je belcanto zingt en je hebt een slechte nacht voorafgaand aan een optreden, dan verander je de cadenza’s een beetje, de vocale versieringen, of je houdt de hoogste noten wat minder lang aan – je kunt je zang iets aanpassen.

‚Bij Mozart moet je stem perfect functioneren, als een instrument. Maar je bent menselijk, je moet geïnspireerd zijn, je hart en ziel moeten in je zang zitten en alle kleuren die daarbij horen. Verder is Mozart een Menschenfreund. Hij laat menselijke fouten zien, heel dramatisch, maar ook de mooie kanten van de mens. Hij becommentarieert het gedrag, maar altijd met grote schoonheid.‘

Photo: Janosch Abel

In mei kwam uw cd uit met werk van de Duitse componist Giacomo Meyerbeer (1791-1864). Hij was destijds zeer populair, maar nu lijkt hij vergeten. Waarom koos u hem?
‚Het was Meyerbeer die begon met de opera als 19de-eeuws gesamtkunstwerk. Hij was in die zin een inspirator voor Richard Wagner. Ook probeerde hij nieuwe dingen uit. Zo was hij de eerste die elektrisch licht gebruikte op het podium. Het was ‚grand opera‘ wat hij maakte; elke opvoering was een spektakel. Nu is dat normaal, maar indertijd was er geen tv of film. Hij bracht theater, goede verhalen en muziek samen.

‚Tijdens mijn studie had ik al iets met Meyerbeer, zijn werk past goed bij mijn stem. Als coloratuursopraan ben ik begonnen met Mozart. De volgende stap was Meyerbeer, echt een must do. Ik was 20 toen ik werk van hem hoorde dat me erg aansprak. Is dit Meyerbeer? Is hij Duits? Ik dacht: als ik ooit de kans krijg, wil ik een cd opnemen met muziek van hem. Het duurde even, maar het is gelukt.‘

Waarom worden zijn opera’s nog zelden uitgevoerd?
‚Het is zo groots. Soms zit er ballet in, en je hebt zowat alle stemtypen nodig van de hele planeet, dus je moet veel dure solisten inhuren. Westerse operahuizen durven meer dan Amerikaanse, maar ze hebben het geld niet.‘

U hebt eens gezegd over uw werk: het is psychoanalyse met zware fysieke arbeid.
‚Voor dit werk moet je je lichaam goed kennen en moet je jezelf weleens analyseren op de sofa. Soms moet je het tegenovergestelde denken van wat logisch lijkt. Ik rijd paard en je kunt daarmee een parallel trekken: als je op een barrage af gaat en je bent bang dat het paard niet gaat springen, dan gáát het paard niet springen. Dat is met zingen ook zo. Ik hou mezelf dan voor dat die frase niet moeilijk is, maar mooi en interessant en dat het is te leren. Zoals je begrip moet hebben voor het paard en hem niet moet slaan, moet je ook je stem niet mishandelen. Gaat het niet op de ene manier, dan zoek je naar andere mogelijkheden.‘

Diana Damrau maakt donderdag 14 september haar debuut bij het Concertgebouworkest. Haar landgenoot Thomas Hengelbrock dirigeert. Hij is chef-dirigent van het NDR Elbphilharmonie Orchester in Hamburg.

de Volkskrant